Het was gestopt met regenen. De vage geur van dennen hing in de lucht. Hij kon het bos zelfs zien aan de overkant van dit kleine water. Hij had al een aantal keer geprobeerd de oversteek te wagen, maar er liepen mensen. Een zacht gegons van stemmen in de verte. De geur van een hond, hoewel deze vluchtiger leek te worden. Hij sloop de struik uit, richting water, 2 stapjes, 3 stapjes.
Ineens voelde hij iets zachts onder zijn poten. Het was een stuk stof, lang en rood. Hij hield zijn snuit omlaag en snoof. Het rook naar mens! Hij sprong achteruit. Daar stond een mens! Gekleed in een groene, oversized vegan-leren jas en een clipboard onder haar arm. ‘Welkom wolf’ zei ze.
‘Een nieuw snuitje, zie ik. U hebben we hier nog niet eerder gezien. Bent u alleen of een gevestigd paar?’ Ze drukte het schrijfbord tegen haar buik en klikte met haar Parker pen.
‘Een wat?’Hij ging zitten.
‘Bent u alleen of een gevestigd paar? Wij hebben hier in Vlaanderen maar ruimte voor 3 tot 4 roedels, het begint al wat krap te worden.’
De wolf antwoordde dat hij alleen was gekomen. Dit leek het juiste antwoord te zijn. De vrouw knikte. Ze vertelde dat haar naam Anouk was. Ze was su-per enthousiast om hem van zo dichtbij te mogen bewonderen. Of hij al wist hoeveel zij zich had ingezet voor zijn soort de afgelopen jaren? Ze gaf zichzelf een schouderklopje.
Ze vroeg hem of hij een nazaat was van de Maya clan? Hij schudde zijn kop. Ze begon driftig te schrijven. ‘Niet van hier, uw herkomst is Frankrijk ja? Puberwolf.’
‘U weet niet hoe blij we zijn met uw komst!’kirde ze. ‘En hoe goed u bent voor ons ecosysteem. De wilde zwijnen permitteren zich echt iets te veel momenteel. Ik bedoel, ze hebben al het hele bos, nu verschansen ze zich in de tuinen van de mensen. Auto’s die moeten remmen.’
‘Hier zijn wilde zwijnen?’ De wolf spitste zijn oren. Voor het eerst echt geïnteresseerd. ‘Oh ja, en reeën ook,’ ze richtte haar kin verveeld naar een gebied links van hun. ‘Je moet wel goed op de borden letten wanneer het jachtseizoen is en wanneer niet.’
‘Ik mag ze niet altijd eten?’
‘Nee joh, enkel als de borden openstaan en ook niet als de bambi’s worden geboren.’
‘Bambi’s zijn nochtans makkelijker te vangen.’
Ze lachte om zijn beteuterde snuit. ‘Wees blij dat we al niet meer met zenders werken. We laten jullie echt los op dat vlak. Echt wild enzo.’
De wolf stond op van zijn rode loper die nogal kriebelde. ‘Dat van die borden vind ik maar ingewikkeld, ik zal de reeën wel met de rust laten.Ik zag trouwens op de weg hier naar toe een wei met schapen.’
‘Schapen?!’ Anouk keek op van haar schrijfbord. ‘Schapen, daar blijft u van af!’ Ze stak een hand met duim in de lucht. ‘Geen bambi’s, geen schapen. Wijsvinger en middelvinger gingen omhoog. Ze noemde nog de paarden in de weides en die wat losliepen in het natuurgebied, geen koeien. Haar tweede hand kwam al omhoog. Pony’s mocht ook niet. ‘Oh ja en ook geen honden.’ ‘Wist je dat we nu al honden moeten opleiden om jullie soort buiten de weides te houden?’
‘Ik dacht dat ik hier welkom was,’ gromde de wolf.
Bent u ook, maar in elk gebied, bewoond door meerdere soorten zijn er bepaalde leefregels. U dient zich aan te passen anders wordt het hier maar een beestenboel, niet? Ook zou ik u willen vragen om af en toe in stukjes hout te bijten. Dat sturen we op voor DNA analyses.’
‘DN wat?’
‘DNA, dat halen we ook uit uw uitwerpselen, maar dat lukt vanzelf wel toch?’ Anouk had haar enthousiaste toon weer gevonden. ‘Bent u ook akkoord om uw lichaam af the staan aan het Dutch Wildlife Health Centre in Utrecht? Mocht u komen te overlijden tijdens u verblijf hier?’ Ze klikte haar pen weer open.
‘Ik was eigenlijk van plan om weer eens verder te wandelen.’ De wolf begon zich langs haar door te wringen. ‘Ik weet niet of dit me werkelijk bevalt. Hoe wild kan iets leven als je het zo uitgebreid monitort en aan regels onderwerpt?’ Ik bedoel, wij wolven zijn nogal op ons zelf.’
Ineens sprong hij achteruit voor een groot wit licht. ‘Wat voor de bliksem!’
‘Oh excuses, de flits stond nog aan;’ Ik wilde nog even een foto van u maken voor u weer vertrekt. #welkomwolf..’
Terwijl Anouk zich bezig hield met haar smartphone wist de wolf haar te passeren. Hij stond al half in het water toen hij hoorde hoe ze hem volgde.
‘U trekt verder’ hijgde ze. ‘Dat is prima. Ik wilde u alleen waarschuwen dat u nu noordelijker loopt, richting Nederland. Ik bedoel, als u het hier al streng vindt! Misschien kunt u beter die kant uitwandelen, naar Wallonië. Daar is het wat slordiger enzo, meer uw ding waarschijnlijk.’
‘Ik red mij wel mevrouw’
‘Wacht even,’ riep ze hem na. ‘Ik heb nog een vraag. Bent u onderweg misschien een Jakhals tegengekomen? Die zijn nu ook op weg naar in dit leefgebied en ontzettend hip.’
Maar de wolf had het bos aan de overkant nu eindelijk bereikt en reageerde niet meer.
Hij maakte een lange lus door het nationaal park. Waarbij hij altijd oplette zo ver mogelijk uit de buurt te blijven van wandelaars. De zon was al onder toen hij opnieuw de oversteek maakte door het water. Anouk en haar schrijfbord waren al lang verdwenen. De rode loper was weg.
Wat had ze ook alweer geroepen?
De jakhals, dacht hij grinnikend. Die was hij inderdaad tegengekomen, tijdens lunch bij de schapenweide. Maar Anouk en haar mensen zouden dat vanzelf wel merken, aan de uitwerpselen enzo.
Wees de eerste om te reageren