Terugkijkend op Oktober was alles té. Te druk, te veel (werk), te warm, te moe, tekort (slaap enzo)..
Gelukkig is er nooit té veel kleur in de herfst. Gelukkig had ik altijd een camera in de tas. En gelukkig was er Té-rhills. Dat bijzondere park dat eigenlijk geen nationaal park is en dat we nu – dankzij Maasmachtige campagnes – moeten delen met mensen uit alle windstreken.
Wanneer je de berg opwandelt wordt je in het Duits, Frans of Engels gegroet. Britten? In Maasmechelen of all places?
Dat streepje water onder aan de berg is overigens niet de Maas en er rennen doorgaans geen maasmaffe, naakte bejaarden. Je kan er wel af en toe een losse kei tegen gekomen, maar wie klaagt daar nu over?
























Wees de eerste om te reageren